Volgens de islam is de Koran door Allah geopenbaard en dus onfeilbaar en volmaakt. Elk woord of zelfs leesteken is perfect, aangezien Allah zelf de woorden van de Koran gegeven heeft aan Mohammed.
Het misschien wel belangrijkste argument om deze stelling te verdedigen is dat niemand een vers of hoofdstuk kan maken die gelijk is aan wat we in de Koran vinden. De Koran zelf beweert dit ook in bijvoorbeeld soera 10:38: “Brengt dan een hoofdstuk voort dat daaraan gelijk is.” Volgens hetzelfde vers mag je wie je maar wilt ter ondersteuning aanroepen, behalve Allah. Dezelfde uitdaging vinden we in soera 2:23.
Soera 17:88 beweert zelfs dat als de mensen en de demonen (al-jinn, الجن) zich zouden verenigen om een boek als de Koran voort te brengen, zij dit niet zouden kunnen. De boodschap is dus duidelijk: niemand kan een boek als de Koran voortbrengen dan Allah zelf.
In soera 17 (soera de demonen/ soera al-jinn,سورة الجن ) vinden we echter iets opmerkelijks. Hier is niet Allah aan het woord, maar de demonen (al-jinn,الجن )! In totaal 28 verzen spreken de demonen over wat ze van de Koran gehoord hebben, over het laatste oordeel etc. Zij roepen hierbij overigens niet Allah tot hulp of inspiratie op, het zijn gewoon hun eigen woorden.
Zelfs al zou Mohammed het later van Allah als openbaring ontvangen hebben, zijn het nog steeds de woorden van de demonen die we als zodanig in de Koran vinden. De demonen waren dus in staat woorden voort te brengen die blijkbaar zo perfect waren, dat ze in de Koran zijn terechtgekomen.
Conclusie: Allah is niet de enige auteur van de Koran. Ook de woorden van demonen zijn immers opgenomen in de Koran. En aangezien demonen in staat zijn gebleken Koranverzen voort te brengen, spreekt de Koran zichzelf tegen.
Naast dit argument zijn er nog vele andere redenen waaruit blijkt dat de Koran geen goddelijk geïnspireerd boek is, maar niets meer is dan mensenwerk. Klik hier voor meer informatie.
De waarheid over de islam 