Grammaticale fouten en spellingsfouten

De islam beweert dat de Koran het volmaakte woord van Allah is, en daarmee ook in perfect Arabisch geschreven is. Dit zou een bewijs zijn dat de Koran inderdaad van goddelijke oorsprong is. Daar staat tegenover dat als blijkt dat de Koran niet in perfect Arabisch is geschreven, dit een sterke aanwijzing is dat het slechts mensenwerk is.

Hieronder zullen we enkele passages uit de Koran bekijken en zien in hoeverre er sprake is van correct taalgebruik. Het is enigszins technisch van aard, dus voor diegenen die niet vertrouwd zijn met het Arabisch is dit misschien onbekend terrein. We hopen echter dat dit helpt om voor jezelf tot de juiste conclusies te komen.

Overigens gaan we bij onderstaande analyse uit van de meest gebruikte versie van de Koran, namelijk de Hafs-versie. Deze versie wordt door ongeveer 95% van alle moslims wereldwijd gebruikt. Voor meer informatie over verschillende Koranversies klik hier (onder ‘Problemen met de islamitische traditie’)

Een mannelijk i.p.v. vrouwelijk bijvoeglijk naamwoord. In soera 7:56 vinden we het volgende: “Voorwaar, Allah’s Barmhartigheid is dicht bij de weldoeners.” Het woord ‘dicht’ is in de mannelijke vorm, terwijl het vrouwelijk zou moeten zijn. Het verwijst namelijk naar ‘barmhartigheid’ wat in het Arabisch een vrouwelijk woord is.
De tekst in het Arabisch is als volgt: “إِنَّ رَحْمَتَ اللَّهِ قَرِيبٌ مِّنَ الْمُحْسِنِينَ”. I.p.v قَرِيبٌ (‘qariebun’, ‘dicht’) zou er hier ‘qariebatun’ (قَرِيبةٌ) moeten staan, aangezien رَحْمَتَ (‘rahmata’, ‘barmhartigheid’) een vrouwelijk woord is. Hier is dus duidelijk sprake van een grammaticale fout.

Verkeerd gebruik van getallen in combinatie met een zelfstandig naamwoord. In soera 7:160 staat: “En Wij verdeelden hen in twaalf stammen als gemeenschappen…” Het Arabisch kent een enigszins ingewikkelde manier van gebruik van getallen met zelfstandige naamwoorden. In het geval van ‘twaalf stammen’ moet het woord ‘stammen’ in enkelvoud geschreven worden, dus ‘stam’. En dat is in de Koran niet correct gebeurd.
De tekst in het Arabisch luidt: “وَقَطَّعْنَاهُمُ اثْنَتَيْ عَشْرَةَ أَسْبَاطًا أُمَمًا”. I.p.v. أَسْبَاطًا (‘asbaatan’, ‘stammen’) zou er سبطاً (‘sabatan’, ‘stam’) moeten staan. En aangezien het zelfstandig naamwoord verandert, moet ook het getal ‘twaalf’ veranderen; ‘athnatai 3ashra’ (اثْنَتَيْ عَشْرَ) i.p.v. ‘athnatai 3ashrata (اثْنَتَيْ عَشْرَةَ).

Gebruik van meervoud i.p.v. de duale vorm. Het Arabisch kent naast enkelvoud en meervoud ook een duale vorm, dus voor twee personen of dingen. In soera 22:19 vinden we een voorbeeld hiervan: “Dit zijn twee tegenstanders die over hun Heer twisten.” Hoewel dit vers over twee tegenstanders gaat, staat het werkwoord ‘twisten’ in de meervoudsvorm i.p.v. de duale vorm. Deze regel is in dit vers dus niet correct toegepast.
In het Arabisch staat er: “هَٰذَانِ خَصْمَانِ اخْتَصَمُوا فِي رَبِّهِمْ”. Het werkwoord agtasamoe (اخْتَصَمُوا) hier moet agtasama (اخْتَصَمُا) zijn in de duale vorm, om het grammaticaal kloppend te maken.

Een persoonlijk voornaamwoord in enkelvoud i.p.v. meervoud. In soera 9:69 lezen we het volgende: “En jullie zijn verdiept (in ijdele gesprekken) zoals zij verdiept waren.” Het woord ‘zij’ bijna aan het eind van dit gedeelte moet uiteraard een meervoudsvorm zijn, aangezien het gaat om meerdere personen. In het Arabisch staat er echter een enkelvoud, wat vertaald kan worden met ‘hij’ in het Nederlands. Als je dit vers juist vertaalt staat er dus in feite “zoals hij verdiept waren.” Dit is uiteraard een foute zin.
In het Arabisch staat er hier: “وَخُضْتُمْ كَالَّذِي خَاضُوا”. De betekenis van ‘kaälladhi’ (كَالَّذِي) is hier ‘zoals hij’. Om de zin correct te maken moet dit veranderd worden in ‘kaälladhiena’ (كَالَّذِينَ, ‘zoals zij’).

Een zelfstandig naamwoord in de verkeerde vorm. In soera 4:162 lezen we halverwege het vers het volgende: “Zij die de salât verrichten.” De salât is het gebed. In het Arabisch staat er hier eigenlijk ‘en de verrichters van het gebed.’ Het woord voor ‘verrichters’ staat in deze zin in de verkeerde vorm, namelijk als ‘mansoeb’ i.p.v. ‘marfoe3’.
Als we naar de Arabische tekst zelf kijken wordt het duidelijker. Er staat: “وَالْمُقِيمِينَ الصَّلَاةَ”. Het woord voor ‘verrichters’ is ‘almoeqimien’ (الْمُقِيمِينَ) wat zoals gezegd in de verkeerde vorm staat. De juiste vorm en spelling is ‘almoeqimoen’ (الْمُقِيمونَ).

Een werkwoord staat in het enkelvoud i.p.v. meervoud. In soera 24:11 vinden we een voorbeeld van een werkwoord dat in het enkelvoud staat, waar het in het meervoud moet zijn: “Voorwaar, degenen die de laster naar voren brachten zijn een groep onder jullie…” Het werkwoord voor ‘een laster naar voren brengen’ is hier het werkwoord dat verkeerd vervoegd staat.
In het Arabisch staat er: “إِنَّ الَّذِينَ جَاءُو بِالْإِفْكِ عُصْبَةٌ مِّنكُمْ”. Het werkwoord waar het om gaat is ‘djaa’oe’ (جَاءُو). In dit vers, waar het om meerdere personen gaat, moet het werkwoord in het meervoud staan en wordt dan ‘dja’oe’ (جَاءُوأ) met een extra alif (ا).
Als je de Koran op de computer leest, wordt de tekst vaak automatisch gecorrigeerd, dus zal je het online vaak juist gespeld vinden, hoewel de originele Koran deze fout wel bevat.

Een werkwoord staat in het meervoud i.p.v. het enkelvoud. Het tegenovergestelde van bovengenoemd punt komt ook voor. In soera 98:2 vinden we zo’n voorbeeld. Hier staat namelijk: “Een Boodschapper van Allah die gereinigde bladen voordraagt.” In de Arabische tekst staat er geen ‘voordraagt’, maar ‘voordragen’, wat in deze zin uiteraard verkeerd is.
In het Arabisch staat er dan ook: “رَسُولٌ مِّنَ اللَّهِ يَتْلُوا صُحُفًا مُّطَهَّرَةً”. Het werkwoord hier is ‘yatloe’ (يَتْلُوا), echter dit moet ‘yatloe’ (يَتْلُو) zonder de alif (ا) zijn.
Ook in dit geval wordt de tekst op de computer vaak automatisch gecorrigeerd, dus zal je het online vaak juist gespeld vinden, hoewel de originele Koran deze fout wel bevat.

Naast bovengenoemde taalkundige fouten zijn er nog meer te vinden in de Koran. We noemen hier in het kort enkele voorbeelden:

  • Soera 2:124: “… Mijn verbond omvat de onrechtplegers niet.” Het woord voor ‘onrechtplegers’ staat in de verkeerde vorm, namelijk ‘mansoeb’ i.p.v. ‘marfoea’. Het gebruikte woord in het Arabisch is hier ‘dhaalimiena’ (ظالِمِينَ) echter dit moet ‘dhaalimoena’ (ظالِمونَ)  zijn.
  • Soera 2:177: “… en de geduldigen in tegenspoed, in rampspoed en in oorlogstijd.” Het woord voor ‘geduldigen’ staat ook hier in de verkeerde vorm, namelijk ‘mansoeb’ i.p.v. ‘marfoea’. Het gebruikte woord voor ‘geduldigen’ is hier ‘saabiriena’ (صَّابِرِينَ) echter dit moet ‘saabiroena’ (صَّابِرونَ) zijn.
  • Soera 9:62: “… dat zij hen behagen, als zij gelovigen zijn.” Het gebruikte woord voor ‘hen’ staat hier in het enkelvoud, terwijl dit in de duale vorm zou moeten zijn. I.p.v. yurduhu (يُرْضُوهُ) zou er hier yurduhuma (يُرْضُوهُما) moeten staan.
  • Soera 42:17: “… Misschien is het Uur al nabij.” Hier is het woord ‘nabij’ mannelijk, terwijl het zelfstandig naamwoord ‘uur’ vrouwelijk is. I.p.v قَرِيبٌ (‘qariebun’, ‘nabij’) zou er hier ‘qariebatun’ (قَرِيبةٌ) moeten staan.
  • Soera 63:10: “… en tot de rechtschapenen behoren.” In het Arabisch staat er letterlijk: ‘en ik ben van de rechtschapenen’. Het woord ‘ben’ is hier verkeerd vervoegd; Het moet zijn ‘akoen’ (أكون) i.p.v. ‘akun’ (أكُن).
%d bloggers liken dit: