De islam heeft heel wat te zeggen over ongelovigen, en over joden in het bijzonder. Volgens de islam zijn joden net als alle ongelovigen pervers, onrein, het minst van alle schepselen, en moeten dan ook bestreden en gedood worden (zie de pagina ‘ongelovigen’ op deze website).
T.a.v. joden vermelden Koran en hadieth bovendien op meerdere plekken dat Allah de joden straft door hen ter veranderen in apen, varkens en ratten. Een van de meest opvallende verhalen hierover vinden we in soera 7:163-166 van de Koran. In deze passage zegt Allah joden in apen te hebben veranderd, omdat ze zich niet aan de Sabbat hielden.
Dit verhaal is ten eerste merkwaardig, omdat Allah zelf ervoor zorgt dat de vissen alleen op Sabbat naar de kust komen, en de rest van de week verdwijnen. Op die manier is het onmogelijk voor de joden om vis te vangen, tenzij ze de Sabbat breken. Dit is een cynische manier van Allah om hun gehoorzaamheid te testen, en zet vraagtekens bij Allahs rechtvaardigheid.
Ten tweede wil dit verhaal duidelijk maken dat het veranderen in apen geen figuurlijke, maar letterlijke betekenis heeft. Er staat immers “Wees apen, …” Volgens soera 2:117 “zegt hij (Allah) slechts: “wees”, en het is.”, wat betekent dat wanneer Allah “wees” zegt, hij daadwerkelijk iets creëert of maakt.
Bovendien zegt soera 5:59-60 dat Allah sommigen in “apen, varkens en duivelsdienaren” veranderde, als vergelding. Dit staat er als feitelijke mededeling, met als bedoeling ongelovigen te waarschuwen. Deze waarschuwing kan moeilijk anders opgevat worden dan letterlijk in deze context.
De derde merkwaardigheid in dit verhaal is dat de Koran ervan uitgaat dat dit verhaal algemeen bekend was in die tijd onder de joden. Soera 2:65 zegt dan ook: “jullie kenden degenen onder jullie …” Alsof zij precies wisten wie het waren die Allah in apen had veranderd. Zo suggereert ook soera 5:60 dat het om een bekend historisch feit gaat.
In waarheid komt dit verhaal in de joodse geschriften helemaal niet voor. De schrijver van dit verhaal heeft mogelijkerwijs bestaande verhalen door elkaar gehaald. De historische en geografische context zijn dan ook niet duidelijk. Volgens Ibn Abbas vond het plaatst in de tijd van David, en volgens Al-Jalalayn vond het plaats in Eilat. Er zijn echter geen historische bronnen die dit bevestigen. Alles wijst er dan ook op dat dit slechts een islamitische legende was.
Conclusie: Allah heeft op basis van dit verhaal een merkwaardig, zelfs cynisch begrip van rechtvaardigheid. Daarnaast neemt de Koran het veranderen van joden in apen letterlijk, wat de geloofwaardigheid van het verhaal in twijfel trekt. Als laatste wijst alles erop dat het geen historisch verhaal is, maar slechts fictie.
Dit zijn alle drie op zichzelf goede redenen om aan de islam te twijfelen. Hoe kan de Koran, het woord van Allah, immers een dergelijk verhaal bevatten? Onze hoop is dat dit de lezer doet nadenken, en hij tot de juiste conclusies komt.